Het is aan te bevelen om onderstaand verhaal niet te laten lezen of voor te lezen aan de kinderen die nog in Sinterklaas geloven...
Vandaag weer een spiksplinternieuw Karel Cavia-verhaal. Dit verhaal staat nog niet in eerder
verschenen boeken. De avonturen van Karel Cavia zijn bedoeld voor kinderen van
7 tot 12 jaar maar oudere kinderen, zoals mijn oudtante Emma in Schellingwoude,
die 93 is, en mijn suikeroompje Lambertus uit Burgerbrug, die volgende maand
zijn 88e verjaardag viert, volgen Karel ook. Ze hebben weliswaar een
bril met glazen zo dik als een jampotbodem op hun neus, maar vanwege de grote
letter kunnen ze de boeken over Karel met gemak en veel plezier lezen. En zij
zeggen dat kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen ook de boeken van Karel
kunnen kopen omdat achterin het boek een cd is gestopt waarmee alle verhalen
kunnen worden afgeluisterd.
Het Rokin in Amsterdam is afgeladen. Karel Cavia staat er
met Plien, Pieter en hun moeder. Het is koud en druilerig. Het is de derde week
van november. Op deze zaterdag komt Sinterklaas straks in een optocht voorbij.
Sinterklaas is met een stoomboot aangekomen achter het
Centraal Station en rijdt op zijn schimmel richting de Dam. En op de hoek van
de Dam en het Rokin staan Karel Cavia en zijn vriendjes op de stoep te wachten,
met hun ruggen naar de winkels gekeerd. De rijweg is met hekken afgezet en er
zijn ook politieagenten die ervoor zorgen dat de optocht vrij baan heeft.
Karel Cavia staat helemaal vooraan. Hij is door de rij
gepiept. Plien en Pieter hebben ook een goed plaatsje gevonden. Ze kunnen net
over de schouder kijken van twee kleine kinderen die voor hen staan. Karel
staat echt helemaal aan de stoeprand.
In de verte komt een trommelkorps aanstappen.
‘Rommerdebom... rommerdebom...’ klinkt het en Karel Cavia en Plien en Pieter
rekken hun nekken en turen de weg af. Ja hoor, daar komen jongens en meisjes in
gekleurde pakken die op trommels slaan. En meteen daarachter komen meisjes met
blauwe pakjes en witte laarzen. Zij gooien stokken in de lucht en doen
gymnastische oefeningen, ziet Karel.
,,Dat zijn majorettes’’, zegt moeder tegen Karel maar Plien
zegt: ,,Mamma, zo noemden ze ze vroeger. Tegenwoordig heet het twirlen. En die
stokken heten batons. Kijk Karel, ze draaien er ook mee. Moet je zien, als je
ze heel snel draait, lijkt het wel een wiel. Goed hè...’’
,,Nou, ik vind het wel knap hoor’’, zegt Karel, ,,ze gooien
die stokken in de lucht en vangen hem op terwijl ze blijven doorlopen. Volgens
mij moet je daar weken voor oefenen.’’
,,Au’’, roept Karel ineens en tegen het jongetje dat per
ongeluk op zijn pootje ging staan, zegt hij: ,,Kijk een beetje uit asjeblieft,
ik sta hier ook te kijken.’’
,,Sorry hoor, ik zag je niet’’, zegt het jongetje.
Moeder wenkt: ,,Kom maar hier Karel.’’
,,Nee, want dan kan ik Sinterklaas en het paard niet zien en
de zwarte pieten die altijd lolletjes maken.’’
,,Als je bij mij op mijn schouders klimt, kun je alles heel
goed zien’’, antwoordt moeder. Dat laat Karel zich geen twee keer zeggen. En
hij zit in een oogwenk riant op de schouder van moeder, bijna net zo hoog als
Sinterklaas op de schimmel. Karel heeft een eersteklas plekje, hoog en droog,
want het is opgehouden met miezeren.
Plien en Pieter zijn wat aan het gniffelen: ze lachen met
hun hand voor de mond en praten zachtjes zodat Karel niet kan verstaan wat ze
zeggen.
Karel ziet het wel maar denkt: ‘Ze doen maar, ik zit hier
voorlopig goed...’’
Pieter heeft in Pliens oor gefluisterd dat Sinterklaas niet
bestaat. Plien zegt tegen hem: ,,Niet steeds zeggen... Ik denk dat Karel nog
wel in Sinterklaas gelooft.’’ Maar ze moet ook lachen om het grote geheim dat
ze met haar broer deelt. Vorig jaar, toen ze acht waren, hebben vader en moeder
verteld dat Sinterklaas een heilige is die bijna duizend jaar geleden kinderen
van een gruweldood gered heeft. En dat zijn bestaan als kindervriend vanaf die
tijd op zijn naamdag wordt gevierd. Maar dat Sint Nicolaas allang gestorven is
en dat nu verklede vaders en moeders en ooms en tantes voor Sint Nicolaas
spelen en cadeautjes weggeven. En zwarte
Pieten zijn geschminkte buurjongetjes of buurmeisjes of neefjes of nichtjes.
,,Dat wist ik al lang’’, had Pieter stoer gezegd en Plien
lachte fijntjes.
,,Jij wist het dus ook al?’’, zei haar moeder met een
vraagteken op haar voorhoofd.
Ondanks dat de kinderen nu negen zijn en het echte verhaal
van Sinterklaas ook al op school behandeld hebben, zijn ze toch naar de intocht
van Sinterklaas gegaan. Want Karel had erop aangedrongen. Hij had het
Sinterklaasjournaal gezien en gehoord dat Sinterklaas en zijn zwarte pieten
door het centrum van de hoofdstad zou rijden. ,,Ja jongens, ik wil die schimmel
zien en de pieten strooien lekkere snoepjes in het rond en op de boot liggen
allemaal cadeautjes voor de kinderen en voor cavia’s zoals ik. Zullen gaan?
Asjeblieft, laten we naar Sinterklaas gaan...’’
Plien en Pieter hadden even getwijfeld of ze het echte
verhaal over Sinterklaas aan Karel Cavia zouden vertellen... ,,Weet je nog hoe
spannend en geheimzinnig wij het vonden toen we nog klein waren’’, zei Plien en
Pieter vond ook dat ze het dit jaar nog niet aan Karel moesten uitleggen.
,,Kijk eens wie daar staan’’, roept Karel opgewonden. Hij
had zijn koppie een halve slag gedraaid en zijn scherpe ogen op het bordes van
Paleis gericht.
,,Daar, op het balcon, daar staan Willem Alexander en Amalia.
En kijk, daar onder, op dat toneeltje dat van planken is gemaakt, daar staan
Maxima en die zusjes van Amalia hoe heten ze ook al weer?’’
,,Prinses Alexia en prinses Ariane’’, zegt Plien die de
meisje leuk vindt en wel eens over hen gelezen heeft.
,,Daar komt Sinterklaas ook aan, hij slaat rechtsaf, naar
het Paleis’’, roept moeder.
,,Hij rijdt natuurlijk naar die kleinste prinsesjes. Die
zullen wel een mooi cadeau van hem krijgen’’, verzucht Karel.
,,Sinterklaas heeft voor heel veel kinderen een mooi cadeau’’,
stelt moeder Karel gerust. ,,Hij zal ons huis ook niet overslaan.’’
,,Hoe weet u dat nou?’’ vraagt Karel, ,,hij kan toch niet
overal zijn? Bij alle kinderen van Nederland en Belgie langsgaan. Dat zijn er
wel een miljoen.’’
,,Nog veel meer’’, zegt Plien, die naar broer knipoogt en
zegt: ,,Sinterklaas en zijn pieten krijgen dat echt voor elkaar...’’
,,Zonder hulp van anderen?’’, vraagt Karel. ,,Ben benieuwd
hoe ze dat doen...’’
,,Dat vertellen we je volgend jaar wel Karel, dat moet nog
even geheim blijven.’’
En de kinderen lachen weer raadselachtig achter hun hand.
,,Hmmm...’’ bromt Karel. Ik weet wel waar jullie zo om
grinniken. Ik heb jullie wel gehoord, hoor. Jullie denken dat ik nog in
Sinterklaas geloof. Nou, ik had allang in de gaten dat Sinterklaas op het
Sinterklaasjournaal door die acteur van Sesamstraat wordt gespeeld. Had ik al
lang gezien...’’
Plien en Pieter zijn verbaasd en ook moeder fronst haar
wenkbrauwen. ,,Maar waarom deed je dan net of je nog in hem geloofde. Jij wou
toch graag naar de intocht?’’
,,Dat is toch leuk, zo’n optocht? Met muziek en lollige
verkleedpartijen. En zwarte pieten die ons aan het lachen maken. Ik weet al
lang dat Sinterklaas niet meer echt bestaat, maar het is fijn om cadeautjes te
krijgen en als we niet gegaan waren hadden we ook de koning en koningin en de
prinsesjes niet gezien...’’
LEZEN EN
LUISTEREN. De boeken van Karel Cavia - deel I (‘De enige, echte, originele
Karel Cavia’) en deel II (‘Karel zet de klas op stelten’) – zijn in alle
boekwinkels te koop en bij bol.com en andere webwinkels. Ze zijn ook, zonder
portokosten, via de website van Karel (www.karelcavia.nl)
of de webwinkel van uitgeverij De Liefde te bestellen.
(www.uitgeverijdeliefde.nl) Elk boek heeft een cd achterin met daarop de door
schrijver Rob Bouber ingesproken verhalen. Dus lezen en luisteren in één koop:
12,95 euro.