zaterdag 21 september 2013

PLIEN IS DE HELD – Aflevering 4 minifeuilleton Karel Cavia


Vandaag de 4e aflevering van het mini-feuilleton in 5 delen, een nieuw avontuur van Karel Cavia. Het is bedoeld voor kinderen van 7 tot 12 jaar maar oudere kinderen, zoals mijn oudtante Emma in Schellingwoude, die 93 is, en mijn suikeroompje Lambertus uit Burgerbrug, die volgende maand zijn 88e verjaardag viert, lezen het ook. Ze hebben weliswaar een bril met glazen zo dik als een jampotbodem op hun neus, maar vanwege de grote letter kunnen ze de boeken over Karel met gemak en veel plezier lezen. En zij zeggen dat kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen ook de boeken van Karel kunnen kopen omdat achterin het boek een cd is gestopt waarmee alle verhalen kunnen worden afgeluisterd.



PLIEN IS DE HELD – Aflevering 4 minifeuilleton Karel Cavia

Karel vertelt verder: ,,Pieter probeert Plien het idee uit haar hoofd te praten. ‘Doe niet zo gek joh, straks val je nog. Heb je een gekneusde enkel of nog erger.’ Pieter weet hoe sportief Plien is. Hij heeft haar wel eens zien verspringen en basketballen kan ze als de beste. Maar skaten is toch weer wat anders. Trucs uithalen bij het skaten of met je plank is ook technisch moeilijk. Je moet de slag te pakken krijgen en dat gebeurt niet zo maar.’’

De kinderen in de toneelzaal van de school waar Karel zijn verhaal vertelt houden hun adem in. Ze kijken strak naar Karel die het lekker spannend kan vertellen.

,,Maar Plien is zelfverzekerd en ze lijkt geen angst te kennen. ‘Als dat maar goed gaat’, denkt Pieter. ‘wat is ze soms toch eigenwijs.’

Plien keurt het skateboard van de grote jongen. Ze weegt het met haar handen en kijkt of de wieltjes soepel lopen.
‘Het lijkt wel of je er verstand van hebt’, zegt de grote jongen. ‘Maar op de baan zelf zul je wel anders piepen. Er is echt wel wat moed nodig als je straks bovenop de ‘table’ staat en je kijkt de diepte in.’
Plien haalt haar schouders op, neemt het skateboard onder haar arm en stapt de baan op, waar ze voorzichtig op de plank plaatsneemt.’’

,,Daar gaat Plien. Ze begint onderaan de baan. Ze maakt een beetje snelheid. Eerst rolt ze drie keer tot halverwege de halfpipe en keert dan terug maar plotseling gaat ze door haar knieen en maakt extra vaart. Na nog drie keer hard heen en weer heeft Plien voldoende vaart om aan beide kanten boven de ‘table’ uit te komen. Ineens staat ze stil bovenop. Ze kantelt haar bekken en bovenlijf en laat zich als een steen naar beneden suizen. Wow, ze springt aan de andere kant wel een meter boven de baan uit.’’

,,Pieter en alle andere kinderen staan perplex en moedigen Plien aan.

Plien komt naar haar broer en de jongen van de plank. ‘Bedankt dat ik hem even mocht lenen. Het is een fijn skateboard’.
‘Ik had nooit gedacht dat je dit zou kunnen’,  zei de jongen, ‘goed hoor’.  En Pieter zegt: ‘Hoe kan je dat nou ineens kunnen? Waar haal je dat lef ineens vandaan? Sinds wanneer kun jij met een skateboard overweg?’
Plien lacht: ‘Weet je nog dat jij met pappa een week ging kamperen?’
‘En of ik dat weet’, zegt Pieter, ‘Toen heb ik leren koken. Koffie gezet voor pa, voor het eerst een uitsmijter gebakken en ’s avonds vis geroosterd op een eigengemaakte barbecue.’
‘Hadden jullie die zelf gevangen?’
‘Nee, we hebben toen niet gevist. Alleen gefietst en ’s avonds weer de tent opgezet en met de primus het eten klaargemaakt dat we hadden gekocht. En een kuiltje gegraven en daarin takken en houtskool gelegd en een roostertje er bovenop waar de vis op kon zonder dat die in het zand zou liggen. Leuk hoor, papa kan toch meer dan je soms denkt.’
Plien zegt lachend: ‘Hij weet echt wel waar hij het over heeft. Hij heeft jou en Karel toch ook geleerd hoe je een band moet plakken.’
Haar lach krijgt een geheimzinnig trekje: ‘De week dat jij aan het fietsen was, ben ik bij tante Fluf te logeren geweest. Toen heb ik in vijf dagen skaten geleerd. Op de skates van Jimmy, mijn neef. Ik mocht de schaatsen aan en hij ging met het skateboard. En we hebben ook een paar keer geruild. Dan ging ik op de plank. En hij heeft me precies uitgelegd hoe ik mijn evenwicht kon vinden en ik mijn lichaam moest draaien als ik in de halfpipe naar boven en beneden ging.’
‘Maar daar heb je me niets van verteld toen je thuis kwam.’
,,Nee, dat kwam omdat jij nog aan het fietsen was. Ik heb het wel aan mamma gezegd. Die vond het maar doodeng dat ik zo hoog aan het rollen was.’
‘Het is maar goed dat ik er niet bij was’, zei ze.’’   

De kinderen van Klas 5a en 5b klappen hard voor Karel. Hij heeft een verhaal bedacht en het zo maar uit zijn hoofd verteld. Knap hoor, vindt ook de schrijver, die een buiging maakt voor Karel als die hem aankijkt. En nu mogen de kinderen van alles vragen aan de Karel en ook aan de schrijver die naar eer en geweten antwoordt.
(wordt vervolgd) 

LEZEN EN LUISTEREN. De boeken van Karel Cavia - deel I (‘De enige, echte, originele Karel Cavia’) en deel II (‘Karel zet de klas op stelten’) – zijn in alle boekwinkels te koop en bij bol.com en andere webwinkels. Ze zijn ook, zonder portokosten, via de website van Karel (www.karelcavia.nl) of webwinkel van uitgeverij De Liefde te bestellen. (www.uitgeverijdeliefde.nl) Elk boek heeft een cd achterin met daarop de door schrijver Rob Bouber ingesproken verhalen. Dus lezen en luisteren in één koop: 12,95 euro.

vrijdag 20 september 2013

Skateboarden. Aflevering 3 van het mini-feuilleton Karel Cavia

Vandaag de derde aflevering van het mini-feuilleton in vijf delen, met een nieuw avontuur van Karel Cavia. Het is bedoeld voor kinderen van 7 tot 12 jaar maar oudere kinderen, zoals mijn oudtante Emma in Schellingwoude, die 93 is, en mijn suikeroompje Lambertus uit Burgerbrug, die volgende maand zijn 88e verjaardag viert, lezen het ook. Ze hebben weliswaar een bril met glazen zo dik als een jampotbodem op hun neus, maar vanwege de grote letter kunnen ze de boeken over Karel met gemak en veel plezier lezen. En zij zeggen dat kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen ook de boeken van Karel kunnen kopen omdat achterin het boek een cd is gestopt waarmee alle verhalen kunnen worden afgeluisterd.





SKATEBOARDEN – Aflevering 3 van het mini-feuilleton Karel Cavia  

De kinderen gaan er eens goed voor zitten. Ze voelen dat het spannend wordt. Want Karel heeft nog nooit zelf een verhaal geschreven en het lijkt erop alsof hij het nu zo uit zijn blootje bolletje gaan oplepelen. Hij heeft niets op papier. Hij begint gewoon zo te vertellen.

Het is muisstil in de zaal. Ook de schrijver houdt zijn adem in. Wat lapt die rare Karel hem nou toch weer?

,,Ik ga jullie een verhaal vertellen over een halfpipe. Weten jullie wat dat is?’’
,,Jaaa’’,  roepen sommige kinderen, ,,daar kan je in skaten en boarden.’’
,,Juist’’,  zegt Karel, ,,dat skaten maar ook boarden is nogal een ruwe sport. Daarom zie je meestal alleen maar jongens op de baan. Meisjes kunnen het misschien wel, maar durven het niet. Jullie kennen Plien en Pieter wel he? Ja, precies. Die wonen bij mij in huis. Let op wat Plien en Pieter overkomt bij de skatebaan.’’

Karel schraapt zijn keel, kijkt ernstig en begint te vertellen: ,,Plien en Pieter lopen langs de skatebaan die ongeveer 100 meter ten westen van hun school in een plantsoen is aangelegd.’’

‘Jee, wat gaaf is dat zoals die jongen daar naar beneden roetsjt en dan aan de andere kant weer boven komt’, zegt Pieter tegen Plien. ‘Wat kan-ie goed zijn evenwicht bewaren. Als hij helemaal omhoog gaat, ligt hij zowat plat in de lucht.’
‘Ja’, zegt Plien, ‘hij kan heel goed zijn balans houden. Ik denk dat hij het skaten aardig onder de knie heeft. Maar echt moeilijk is het niet, zo’n beetje heen en weer roetsjen en als je bovenin bent moet je je lichaam een halve slag draaien.’
‘Dat kun je nou wel zeggen maar zo simpel is dat skaten niet.’
‘O nee?’, zegt Plien. ‘Je moet niet bang zijn, je durven laten gaan. Voldoende vaart maken. Kwestie van snelheid behouden.’

Een wat oudere jongen die het gesprek tussen broer en zus hoort, zegt: ‘Zo meissie, jij denkt dat het zo makkelijk is. Nou ik kan je verzekeren dat het moeilijker is dan je denkt. Pas als je je angst overwint, kun je die halfpipe aan.’
‘Je bedoelt dat je niet bang moet zijn om te vallen?’ vraagt Plien. ‘Nou dat komt goed uit, want dat ben ik ook niet.’

De jongen zegt: ‘Er komt echt wel wat meer bij kijken. Je moet er goed voor trainen en voor meisjes is het al helemaal niets want je komt onder de blauwe plekken te zitten.’
Plien voelt zich uitgedaagd. Als iemand tegen haar begint over meisjes die iets niet kunnen, dan is zij snel in haar eer aangetast. Ze zegt ijskoud: ‘Wedden dat ik op de andere kant veilig boven kom?’
‘Nou dat wil ik wel eens zien. Daar wil ik zeker om wedden’, zegt de jongen.
Plien zegt: ‘Ik heb geen skates bij me. Is het ook goed als het ik het met jouw skateboard doe?’
De jongen grinnikt. ‘Jazeker mag je hem lenen. Laat maar zien wat je kunt.’ De andere kinderen, die bij hun in de buurt staan, onderbreken hun spel. Ze zijn benieuwd of dit meisje iets kan presteren op de baan die er in de zon vandaag hard blikkerend uitziet. 
(wordt vervolgd)

LEZEN EN LUISTEREN. De boeken van Karel Cavia - deel I (‘De enige, echte, originele Karel Cavia’) en deel II (‘Karel zet de klas op stelten’) – zijn in alle boekwinkels te koop en bij bol.com en andere webwinkels. Ze zijn ook, zonder portokosten, via de website van Karel (www.karelcavia.nl) of webwinkel van uitgeverij De Liefde te bestellen. (www.uitgeverijdeliefde.nl) Elk boek heeft een cd achterin met daarop de door schrijver Rob Bouber ingesproken verhalen. Dus lezen en luisteren in één koop: 12,95 euro.

donderdag 19 september 2013

Karel verzint een eigen verhaal - afl. 2 mini-feuilleton Karel Cavia


Vandaag de tweede aflevering van het mini-feuilleton in vijf delen, met een nieuw avontuur van Karel Cavia. Het is bedoeld voor kinderen van 7 tot 12 jaar maar oudere kinderen, zoals mijn oudtante Emma in Schellingwoude, die 93 is, en mijn suikeroompje Lambertus uit Burgerbrug, die volgende maand zijn 88e verjaardag viert, lezen het ook. Ze hebben weliswaar een bril met glazen zo dik als een jampotbodem op hun neus, maar vanwege de grote letter kunnen ze de boeken over Karel met gemak en veel plezier lezen. En zij zeggen dat kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen ook de boeken van Karel kunnen kopen omdat achterin het boek een cd is gestopt waarmee alle verhalen kunnen worden afgeluisterd.





Aflevering 2 - KAREL VERZINT EIGEN VERHAAL

 ,,Waarom noemen jullie dit de toneelzolder’’, vraagt Karel aan een jongen die al heel lang met zijn vinger omhoog zit... De jongen zegt: ,,Omdat we hier een toneel hebben, waar jij nu zit is het toneel...’’
,,O, en wat doen jullie dan op het toneel?’
We zingen wel eens en we doen ook kindercabaret.’’
,,Kindercabaret? Wat is dat?’’
,,Nou, dan gaan we grapjes maken of we vertellen moppen op het toneel.’’

,,.Ken jij een leuke mop?’’, vraagt Karel aan de jongen, die hard ja knikt.
,,Kom op dan, klim dan maar eens op de tafeltjes hier. En ga maar zitten op die stoel daar. Kun je er een vertellen.’’
De  jongen is niet bang en begint een mop te vertellen over een konijn dat bij de bakker komt.

‘Dag bakker’ zegt het konijn, ‘heeft u ook worteltjestaart?’
’Nee’, zegt de bakker.
‘O’, zegt het konijn en hij gaat de winkel uit.
 De volgende dag komt het konijn weer bij de bakker: ‘Heeft u ook worteltjestaart?’
‘Nee’, zegt de bakker, en het konijn vertrekt weer.
De volgende dag is het konijn er weer: ‘Dag bakker, heeft u ook worteltjestaart?’
‘Nee’, zegt de bakker, maar nu denkt hij: ‘Als het konijn elke dag om worteltjestaart komt, kan ik er wel een paar bakken’.
De volgende dag verschijnt het konijn weer ten tonele. ‘Ha die bakker, heeft u ook worteltjestaart?’
‘Ja’, zegt de bakker met een blij gezicht.
Het konijn trekt zijn neus op en zegt: ‘Vies hè?’ en hij verlaat de winkel.

Karel moet hard lachen. De helft van de kinderen zegt dat ze de mop wel eens eerder gehoord hebben maar de andere helft is na een minuut nog steeds aan het lachen.

Als de kinderen bedaard zijn gaat de jongen weer midden tussen de andere kinderen zitten. Nu neemt Karel plaats op de stoel die op het podium staat.
,,Ben ik goed te zien zo? Ook achterin?’’
,,Ja hoor Karel’’, roepen de kinderen, die allerlei vragen aan hem gaan stellen. ,,Hoe oud ben je?  Hoe kan het nou dat jij kunt fietsen. Kun je echt een band plakken? Heb je echt op school gezeten?’’

Karel zegt: ,,Straks zal ik vragen beantwoorden, ik ga nu eerst voorlezen als jullie het goed vinden’’ en hij pakt het eerste deel van de avonturen van Karel Cavia.
,,Ik zal het eerste verhaal voorlezen. Dan komen jullie te weten hoe ik bij Pieter en Plien ben beland. Daarna zal ik ‘Pootje Over’ voorlezen. Dat gaat er over hoe ik met Sven Kramer over de ijsbaan zwierde.’’

De klas roept heel hard : ,,Neeee, je bent gevallen omdat je niet wist hoe je de bochten moest nemen... Sven Kramer reed in de binnenbaan...’’
,,Wat weten die kinderen dat allemaal goed’, bromt Karel tegen de schrijver, die een beetje in de buurt van Karel is gaan zitten.
,,Ja’’, zegt de schrijver, ,,sommige kinderen hebben je boek al gelezen en misschien heeft Roos er al over verteld..’’

,,Hmmm..’’ humt Karel, ,,ik zal maar gauw beginnen’’ en met een plechtige stem leest hij hardop: Hoofdstuk 1, ,,Hoi, ik ben Karel, Karel Cavia. Ik heb lang haar en ...’’

De kinderen roepen: ,,Dat kennen we al Karel, dat heeft Roos al voorgelezen...’’
,,O’’, zegt Karel beduusd. Hij denkt even na en zegt dan dapper: ,,Nou, dan zal ik maar een heel nieuw verhaal vertellen. Een verhaal dat Rob Bouber ook nog niet kent.’’

De schrijver is hoogstverbaasd: ,,Wat ga je nou doen Karel, ga jij je eigen verhalen verzinnen? Maar dan ben ik werkloos. Dan moet ik straks droog brood eten...’’

Karel snapt wat de schrijver bedoelt en hij wil hem het brood niet uit de mond stoten. Hij zegt: ,,Dan doe ik het alleen voor deze keer, goed? Voor de rest van mijn avonturen mag u het weer overnemen. Maar dit verhaal heeft nog niemand gehoord, want ik ga het nu, hier, op deze zolder, in deze school, in deze straat, op deze aarde, op deze Melkweg, in dit heelal, bij Roos en de andere schoolkinderen,  ter plaatse verzinnen...’’
(wordt vervolgd)

LEZEN EN LUISTEREN. De boeken van Karel Cavia - deel I (‘De enige, echte, originele Karel Cavia’) en deel II (‘Karel zet de klas op stelten’) – zijn in alle boekwinkels te koop en bij bol.com en andere webwinkels. Ze zijn ook, zonder portokosten, via de website van Karel (www.karelcavia.nl) of webwinkel van uitgeverij De Liefde te bestellen. (www.uitgeverijdeliefde.nl) Elk boek heeft een cd achterin met daarop de door schrijver Rob Bouber ingesproken verhalen. Dus lezen en luisteren in één koop: 12,95 euro. Speciaal voor de Kinderboekenweek die in aantocht is maken we een gratis te downloaden interactief iBook voor iPad bezitters. Let op meldingen op de Facebookpagina van Karel Cavia. 
Wordt vriend van Karel!

Klik hier: www.facebook.com/karelcavia
 

woensdag 18 september 2013

Mini-feuilleton Karel Cavia


Het mini-feuilleton in vijf delen, met een nieuw avontuur van Karel Cavia, begint vandaag met het eerste deel. Het is bedoeld voor kinderen van 7 tot 12 jaar maar oudere kinderen, zoals mijn oudtante Emma in Schellingwoude, die 93 is, en mijn suikeroompje Lambertus uit Burgerbrug, die volgende maand zijn 88e verjaardag viert, lezen het ook. Ze hebben weliswaar een bril met glazen zo dik als een jampotbodem op hun neus, maar vanwege de grote letter kunnen ze de boeken over Karel met gemak en veel plezier lezen. En zij zeggen dat kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen ook de boeken van Karel kunnen kopen omdat achterin het boek een cd is gestopt waarmee alle verhalen kunnen worden afgeluisterd. 





Aflevering 1 - KAREL LEEST VOOR

Karel Cavia krijgt een brief van Roos uit Eindhoven. Ze schrijft: ‘Ik heb het eerste deel van Karel Cavia gelezen en ik heb er erg om moeten lachen. Ik zit in groep vijf van de Reigerschool en ik heb juf gevraagd of ik een spreekbeurt mag houden over het boek ‘Karel Cavia.’ Roos heeft bij de brief een mooie tekening gestopt van een cavia met een rode roos in zijn pootjes, die Karel zeker in huis gaat ophangen.

Karel is blij. Weer een kind dat zijn avonturen volgt en er ook om kan lachen. ,,Weet je wat, ik stuur haar het tweede deel, kan ze nog meer om mij lachen.’’
Zo gezegd zo gedaan, Karel doet deel twee op de post en krijgt een paar dagen later een dankbriefje van Roos. En Roos richt ook een paar woorden aan de schrijver van Karel Cavia. Ze vraagt: ‘Is het misschien mogelijk dat u eens in de klas komt voorlezen?’

De schrijver overlegt met Karel. ,,Zal ik naar Eindhoven gaan? Is wel een eind weg van Noord-Holland, waar we wonen.’’
,,Ja, natuurlijk moet u gaan’’, zegt Karel. ‘U leest toch wel vaker voor op scholen en in bibliotheken? De Rosj Pinaschool in Amsterdam is ook een flink stuk weg en de bieb van Kampen lag ook niet naast de deur.’’
,,Je hebt gelijk, Karel, ik zal schrijven dat ik wel wil komen voorlezen.’’

,,Wacht eens, mijnheer Bouber,’’ zegt Karel, ,,als u er tegenop ziet,  wil ik wel gaan...’’
,,Jij? Ga jij voorlezen?’’ roept de schrijver verbaasd. 
,,Ja, waarom niet, ga ik een beetje hoger staan, zodat ze me goed kunnen zien.’’
,,Nou, ik vind het best, maar dan moet ik je zeker rijden?’’
,,Ja, wel graag, want op mijn fietsje naar Eindhoven is al gauw een hele dag trappen.’’
De schrijver moet lachen. ,,Je denkt toch niet dat ik je dat hele eind op je fietsje laat gaan? Met die korte pootjes van je... Ben je mal man, natuurlijk wil ik je wel rijden.’’

Karel Cavia en de schrijver parkeren de auto in de Reigerstraat in de Vogelbuurt. Er staan mooie huizen en de school is een groot stenen gebouw met hoge ramen en een fraaie  toegangspoort.
,,De oude mijnheer Philips heeft de school gesticht en zijn zoon heeft hier nog lessen gevolgd’’, zegt de concierge, die de deur open deed.

Karel Cavia en de schrijver lopen naar Klas 5a, die nog les heeft. Roos is net klaar met haar spreekbeurt. Ze krijgt er een ‘goed’ voor en de klas klapt voor de presentatie.    De juf van die klas heeft in een mail aan de schrijver gevraagd of klas 5b ook mag meeluisteren. Dat vond Karel goed. ,,Hoe meer zielen hoe meer vreugd’’, zei hij opgewekt.

Karel blijft nog even op de gang staan wachten tot de schrijver uit de klas terugkomt. Die zegt: ,,We moeten naar boven, Karel, twee verdiepingen hoger, vier trappen op. Er komen twee klassen luisteren en kijken en daarom heeft de juf de toneelzolder ingericht.’’

Er staan meer dan 50 stoeltjes in zes rijen achter elkaar, net als in de bioscoop. En voorin de zolderverdieping zijn tien tafeltjes tegen elkaar aangeschoven. Ze vormen een aaneengesloten hoog blok waarop een stoel staat. Het is de bedoeling dat de schrijver op dit toneel op die stoel gaat zitten.

Maar dan zien de kinderen een cavia, een flinke, grote aardekleurige cavia met een broek met bretels en een petje met een K er op.
Ze weten onmiddellijk dat dit Karel moet zijn. De klas joelt en schreeuwt:,,Karel! Karel! Mag ik je handtekening...’’
,,Straks’’, zegt Karel en hij wuift de kinderen terug naar hun stoeltjes.
(Wordt vervolgd)

LEZEN EN LUISTEREN. De boeken van Karel Cavia - deel I (‘De enige, echte, originele Karel Cavia’) en deel II (‘Karel zet de klas op stelten’) – zijn in alle boekwinkels te koop en bij bol.com en andere webwinkels. Ze zijn ook, zonder portokosten, via de website van Karel (www.karelcavia.nl) of webwinkel van uitgeverij De Liefde te bestellen. (www.uitgeverijdeliefde.nl) Elk boek heeft een cd achterin met daarop de door schrijver Rob Bouber ingesproken verhalen. Dus lezen en luisteren in één koop: 12,95 euro. Speciaal voor de Kinderboekenweek die in aantocht is maken we een gratis te downloaden interactief iBook voor iPad bezitters. Let op meldingen op de Facebookpagina van Karel Cavia. 
Wordt vriend van Karel!

Klik hier: www.facebook.com/karelcavia